Rafael van der Vaart gefrustreerd over publieke opinie

Rafael van der Vaart baalt van de publieke opinie. Na het duel tegen Denemarken stelden een hoop mensen dat Van der Vaart niet zou passen in het systeem van het Nederlands Elftal en vooral andere spelers in de weg zou lopen.

“Ik moet oppassen dat ik geen zielig verhaal ga vertellen. Daar pas ik voor”, zegt Rafael van der Vaart in gesprek met De Telegraaf. “Ik herken dat de onvrede zich op mij toespitst. Als het hele elftal ondermaats presteert, heeft Van der Vaart het gedaan. Je wordt er hard van als alle mensen aan je twijfelen. Maar het frustreert wel. Ruud Gullit zei als analist op ESPN zelfs dat Wesley Sneijder slecht was door mij. Dat gaat echt te ver, want tegen Hongarije vulde ik het op precies dezelfde manier in en liep het wel. Het is te gek voor woorden dat ik als enige niet slecht mag spelen.”

“Ik zal ermee moeten leren leven, dat ik bij Oranje nooit onomstreden ben”, zegt de international in De Telegraaf. “Knokken hoort erbij. En ik moet ook heel eerlijk zijn, dat ik ondanks mijn 79 interlands nog steeds elke keer moet vechten om erin te staan. Dat is aan de ene kant wel gek als je zo’n goed seizoen bij Real Madrid hebt gespeeld. Maar aan de andere kant is er hier zó veel kwaliteit…”

“Als je mijn hele carrière ziet, is het niet anders geweest. Bij Ajax was mijn laatste periode ‘slecht’, waarna ik me bij HSV terug vocht en een transfer naar Real Madrid afdwong. In Spanje had ik een moeilijk eerste jaar, maar een goed tweede seizoen. Eerst moest ik zogenaamd weg, nu moet ik blijven.”

De speler kan maar een ding doen. “Rustig blijven, omdat ik weet wat ik kan. Het thuisfront helpt me daarbij.” Het haalt bij Van der Vaart het beste in hem boven. “Altijd scherp moeten zijn, maakt me beter. Maar soms vraag ik me wel eens af: wat moet ik nou nog meer doen? Achter de spits, op nummer tien, is nog steeds mijn favoriete positie. Alleen is het zo dat ook Wesley daar goed kan spelen.”