
Brian Brobbey is de laatste maanden flink op stoom geraakt bij Ajax. Wel baalt hij van de vele trainerswissels die hij heeft gehad. Maar liefst vijf trainers passeerden de revue. Wel heeft hij het idee dat hij individueel stappen heeft gezet.
‘Tja, het liefst heb je gewoon één trainer, die er gewoon voor je is, weet je’, reageert het toptalent – 21 jaar oud – in gesprek met Voetbal International. ‘Maar het is voetbal, zulke dingen gebeuren nou eenmaal. Het is wel vervelend, als steeds trainers weggaan. Misschien had je wel een band met die trainer.’
De aanvaller kwam te werken met Alfred Schreuder, John Heitinga, Maurice Steijn, Hedwiges Maduro en John van ’t Schip, maar van twee andere trainers leerde hij in zijn carrière het meest. ‘Ik zou zeggen dat ik het meest heb geleerd van Erik ten Hag en Mitchell van der Gaag. Maar die waren voor dit jaar al weg natuurlijk. Van John Heitinga heb ik in de jeugd ook wel veel geleerd.’
Hoewel het bij Ajax dus onrustig was, zette Brobbey stappen in zijn ontwikkeling. Zo leerde hij beter om zijn energie te doseren tijdens een wedstrijd. ‘Dat is voor iedere speler anders. Kenneth Taylor bijvoorbeeld, die wordt nooit moe, Kristian Hlynsson ook niet. Als die op de bank zitten, kunnen ze er zo in en dan blijven ze rennen. Maar ik moet mijn spieren meer opwarmen, ik moet in mijn ritme komen van de wedstrijd. Dat is best vervelend en zwaar, maar het gaat nu goed.’
<