
Stefanie van der Gragt speelde in het verleden ruim honderd interlands voor de Oranje Leeuwinnen en heeft gezien hoe het vrouwenvoetbal zich in Nederland heeft ontwikkeld. In de beginfase van haar profbestaan had ze nog een baan ernaast nodig om rond te kunnen komen.
Ze debuteerde op negentienjarige leeftijd in het Nederlands elftal als speelster van Telstar, maar dat was niet haar enige job. “Ik werkte ernaast bij de Lidl”, vertelt ze in gesprek met De Telegraaf. “Ik begon om zes uur ’s ochtends en werkte tot één uur in de middag. Daarna ging ik door naar de voetbaltraining. De werktijden waren voor mij ideaal.”
Van der Gragt, die uitkwam voor AZ, Telstar, FC Twente, Bayern München, Ajax, FC Barcelona en Internazionale, begon als vakkenvuller. “Daarna heb ik bij de groente gestaan, om te eindigen achter de kassa. Acht jaar in totaal. Echt: ik had het er enorm naar mijn zin. Toen ik van Telstar naar FC Twente ging, heb ik óók een overschrijving aangevraagd bij de Lidl. Die had ook vestigingen in het oosten”, aldus de oud-international.
Aan het einde van haar carrière zag haar schema bij Internazionale er heel anders uit. “Als je je in de topsport begeeft, heb je geen negen-tot-vijf-baan. Je werkt eerder zes dan vijf dagen. Vooral in het begin was het pittig, maar ik haalde daar ook wel weer veel energie uit. Het is een compleet andere job. Als voetballer weet je precies waar je aan toe bent: wanneer je speelt, wanneer je traint, hoe laat je eet. Tegenwoordig weet ik vooral dat mijn agenda iedere dag is volgepland.”
<