
Het lukte Feyenoord niet om zich te plaatsen voor de volgende ronde van de Champions League. Toch houdt trainer Arne Slot een goed gevoel over aan de campagne van de Rotterdammers. Hij hoopt dan ook dat het spelen in het miljoenenbal het gat heeft weten te verkleinen dat ze hebben op Ajax en PSV.
“Ik geloof nog steeds dat wij als Feyenoord best veel impact hebben gemaakt in de Champions League”, vertelt Slot tegenover Voetbal International. “Het bewijs daarvan schuilt in de aandacht voor onze spelers, die meer waard zijn geworden, maar óók in de manier waarop de buitenlandse media over ons spraken en schreven. Ik denk dat dit op Champions League-niveau jarenlang alleen was voorbehouden aan Ajax.”
De Rotterdammers kenden een stroeve start van het seizoen, maar daar kan Slot wel een oorzaak voor aanwijzen. “Je moet kritisch zijn naar jezelf en evalueren. Dat we onze selectie niet op orde hadden bij de start van de competitie, is jarenlang gemeengoed geweest bij Feyenoord en meer clubs met niet de grootste financiële mogelijkheden. Alleen heeft het ons dit jaar zó vier punten gekost. Doordat PSV alles bleef winnen, konden we ons dat met terugwerkende kracht niet permitteren.”
Volgens Slot heeft Feyenoord nog werk te verrichten om het gat met de andere twee Nederlandse topclubs te verkleinen. “De conclusie is dat tot de dag van vandaag de financiële situatie bij Feyenoord nog niet dusdanig is verbeterd. Daardoor moeten we het op dat vlak nog steeds afleggen tegen Ajax en PSV. Dat geldt ook voor ons salarishuis, dat weliswaar is gestegen, maar nog niet toereikend is om spelers te halen die direct het verschil maken. We kunnen tegenwoordig wel wat meer tekengeld geven aan spelers, maar die bedragen komen dan uit een ander potje en gaan naar de post afschrijvingen. Daarmee zijn we in staat iets meer risico te nemen, doordat we nu wel weten dat er grote transfers tegenover staan. We maken dus wel stappen, alleen kunnen we daarmee nog niet de echte grote sprong vooruit maken, die nodig is om het gat met die twee clubs te dichten.”
<