
Pep Guardiola had er gisteren na de FA Cup-finale tegen Manchester United flink de balen in. Hij verloor met 2-1 van de ploeg van manager Erik ten Hag maar was tegelijkertijd lovend over zijn tegenstander.
Waar voor Manchester United de eindstrijd van de FA Cup cruciaal was, leek de ploeg van Guardiola het duel vooral te zien als een toetje. Manchester City was gezien het behaalde landskampioenschap de grote favoriet, maar uiteindelijk ging de tegenstander er met een overwinning vandoor.
Namens Manchester United waren Alejandro Garncho en Kobbie Mainoo de doelpuntenmakers, terwijl Jérémy Doku vlak voor tijd nog wat terug deed. Guardiola zag op het veld echter een andere speler als absolute uitblinker. De Spanjaard raakte namelijk onder de indruk van de kwaliteiten van Lisandro Martínez.
De voormalig Ajacied maakte in 2022 de overstap van Ajax naar Manchester United en wist nog niet aan de verwachtingen te voldoen. Dat komt voor een gedeelte door de blessureleed waarmee hij de voorbije periode te maken kreeg. Tegen Manchester City was hij echter terug.
Volgens Guardiola is de Argentijn een speler waarmee Manchester United de komende jaren verder kan. “Martínez behoort tot de top-vijf centrale verdedigers in de wereld. Hij maakte het verschil in deze wedstrijd met zijn passes door onze defensie heen”, zo vertelde hij aan de Engelse pers.
<