
Ron Jans presteert momenteel uitstekend als oefenmeester van FC Utrecht. Hij doet zelfs mee in de strijd om het landskampioenschap, en kan net als bij zijn eerdere werkgevers op de nodige waardering rekenen. Toch heeft hij nooit de kans gehad om in de Nederlandse top te werken.
In zijn column voor De Telegraaf gaat de analist hier dieper op in. “Ron Jans, die heeft besloten er nog een jaartje aan vast te plakken als hoofdcoach bij FC Utrecht, is een dergelijke kans nooit geboden, terwijl hij het bij FC Groningen, PEC Zwolle en FC Twente prima heeft gedaan. Heerenveen en Standard Luik waren weliswaar minder gelukkige periodes, in Amerika is Jans bij Cincinnati een oor aangenaaid door iemand uit de kleedkamer. Hij zong dan misschien een liedje mee met het ’n-woord’, het racistisch scheldwoord voor ’nigger’; voor Jans kan iedereen zonder enige terughoudendheid zijn hand in het vuur steken dat hij geen racist is.”
De oud-voetballer gaat nog even door. “Jans is juist een hoofdtrainer die altijd begaan is met zijn spelers en in meer interesse toont dan alleen in de voetballer. Sommigen noemen het soft, maar bijna alle spelers stellen het op prijs als een trainer ook echt belangstelling heeft voor je als persoon, voor je thuissituatie en af en toe iets heel simpels vraagt zoals; ’hoe gaat het met je?’. Zo iemand is Jans. Het klinkt obligaat, maar uit ervaring sprekend: de meeste trainers interesseert het helemaal geen bal wat je uitspookt, hoe het met je gaat of waar je tegenaan loopt in je leven buiten het voetbal. Terwijl dat toch heel bepalend kan zijn voor je functioneren als speler.”
<