‘Peter Bosz moet blij zijn dat hij niet in een levensmiddelenfabriek werkt’

Rene van der Gijp vindt dat het PSV momenteel aan mentaliteit ontbeert. In het programma ‘Vandaag Inside’ kwam dit onderwerp ter sprake en ook trainer Peter Bosz kwam aan bod. In de ogen van Johan Derksen mag hij blij zijn dat hij nog niet uit zijn functie is ontheven.

Ook presentator Wilfred Genee doet een duit in het zakje: “De echte vechtersmentaliteit, merkte je gisteren bij PSV, die was er niet.” Volgens Van der Gijp hebben de Eindhovenaren daar de spelers ook niet voor. “Dan moet ik ook zeggen, die zijn er ook niet. Spelers die zeggen: ‘Halt, tot zo ver en niet verder’.”

Van der Gijp noemt vervolgens spelers die dat wel in zich hebben. “De (Søren, red.) Lerby’s, die spelen daar niet nu. Dan heb je zo’n (Mats) Wieffer, die dat een beetje heeft, dan is het zes, zeven, acht, negen, tien maanden en dan is hij weg.” De middenvelder speelde voorheen bij Feyenoord en staat nu onder contract bij Brighton Hove & Albion. “Andere clubs hebben dat ook nodig natuurlijk. Bij PSV heb je er gewoon teveel die meevoetballen. Als het lekker gaat, gaat het lekker. En als het niet lekker gaat, ja dan geef je niet thuis.”

Ontslag op staande voet voor Peter Bosz?

Volgens Derksen mag er echter ook kritisch gekeken worden naar Bosz. “Maar René, ik vind dat Bosz wel een probleem heeft. Ik zat van de week de krant te lezen en ik denk: ‘Nou, Bosz moet blij zijn dat hij niet bij de levensmiddelenfabriek werkt, want dan was hij er al uitgevlogen’. Daar zouden ze er heel snel klaar mee zijn. Bosz kan nou wel zijn spelers kwalijk nemen dat ze niet de juist instelling hebben, maar daar is hij verantwoordelijk voor. Daar hebben ze hem voor aangetrokken. Dit kost een vermogen aan geld.”

Van der Gijp vindt ook dat spelers veel te veel worden gepamperd en haalt een voorbeeld aan. “Ik word ook een beetje moe van het feit dat het allemaal maar rust krijgt. (Mohamed) Salah speelde gisteren zijn 163e wedstrijd dit seizoen. Hij trekt zijn voetbalschoenen niet uit, hè. Hij slaapt erin. Hij denkt: ‘Over twee dagen sta ik er weer’, weet je wel.”