uslatar/shutterstock
Afgelopen winter pakte Feyenoord uit met de komst van Jakub Moder. Hij maakte voor een kleine transfersom de overstap van Brighton naar Rotterdam Zuid. De Poolse middenvelder blijkt een schot in de roos te zijn.
In een gesprek met Voetbal International licht hij zijn keuze voor ‘De Stadionclub’ toe. “Ik heb negentien maanden niet kunnen voetballen door een zware kruisbandblessure en dan is het moeilijk om aan spelen toe te komen bij een club, Brighton & Hove Albion, die zich tijdens mijn afwezigheid enorm heeft ontwikkeld. En ik móést gaan spelen. Er was een aantal andere opties, ook in Engeland en in andere landen, maar Feyenoord klonk alsof het zo moest zijn”, aldus Moder.
“Ik wilde naar een top-competitie, of naar een grote club waar ze ieder jaar Europees spelen en meedoen om het kampioenschap. Natuurlijk kende ik Feyenoord, omdat mijn vriend Sebastian Szymanski hier een jaar heeft gespeeld. Ik belde hem meteen op. Om helemaal zeker te zijn vroeg ik het nog aan Mats (Wieffer) en Yankuba (Minteh), mijn teamgenoten bij Brighton. Zij vertelden me wat ik diep van binnen als wist; Feyenoord zou de perfecte stap zijn.”
En zij ‘kregen gelijk’, zegt Moder nu. “Ik ben heel gelukkig bij Feyenoord. Grote club, geweldige aanhang, prachtige stad. Binnen twee weken had ik een huis. Ik ben hier met mijn vrouw en hond, een Cockapoo, en samen voelden we ons onmiddellijk thuis in Rotterdam. Zeker omdat ik ook veel Poolse supporters op de tribune zie.”
Feyenoord leek mij de beste stap
Dat hij al zó snel zó’n hoog niveau kon aantikken na een zware blessure, verraste Robin van Persie. Moder zelf was echter niet verbaasd. “Ik heb bij mijn vorige club Brighton & Hove Albion niet heel veel gespeeld, maar ik was wel fit. Dan is het een kwestie van ritme krijgen. Ritme is voor iedere speler het toverwoord. Feyenoord had te maken met een aantal blessures, dus moest ik meteen aan de bak. Eerst Ajax-uit, dan naar PSV voor de beker. Niet mijn beste wedstrijden, maar ze waren voor mij wel waardevol. Met twee toppers in de benen gaat het snel, want dan komt het vertrouwen van de trainer en je medespelers er nog bij. Nu durf ik te zeggen dat ik mijn beste niveau aan het benaderen ben. Het kan en moet nog beter, maar ik ben onderweg.”
<