kvinl/shutterstock
Francesco Farioli besloot deze zomer om op te stappen als trainer van Ajax. Inmiddels heeft hij een nieuwe baan te pakken bij het Portugese FC Porto en daar doet de 36-jarige oefenmeester het meer dan uitstekend.
Met nog vijf wedstrijden te gaan stond hij negen punten voor op PSV. Toch wisten de Amsterdammers het kampioenschap toch nog te verspelen. “Begin april stond mijn Ajax-team bovenaan in de Eredivisie, met een voorsprong van negen punten op PSV. Het leek een uitgemaakte zaak”, opent Farioli in de Corriere dello Sera. “De telefoon blijft rinkelen. Ik kon kiezen tussen de Premier League, Serie A en La Liga, en dan heb ik het over clubs die zich kwalificeren voor de Europese toernooien. Zelfs Saoedi-Arabië. Een maand later, door de ineenstorting in de competitie, stond mijn nummer niet meer op de agenda. Een paar kleine clubs in Italië hebben navraag gedaan, maar niets concreets.”
Hoe kan het toch dat Ajax de titel nog weggaf? “Als ik begin over acht keer de paal raken in twee duels, tegendoelpunten in blessuretijd en andere ongelooflijke omstandigheden, dan zul jij antwoorden dat je het op dit niveau niet aan pech kunt wijten. En je hebt gelijk. Er was ook sprake van een zekere vermoeidheid én de arrogantie die kenmerkend is voor een dominante club als Ajax. Ik ben helemaal niet bijgelovig, maar in die tijd had ik eigenlijk met klavertjesvier en lieveheersbeestjes moeten rondlopen, zo veel werd er gepraat over feesten, prijzen en huldigingen”, licht Farioli die laatste opmerking toe. “Ik was de enige die telkens het mantra herhaalde dat het nooit voorbij is totdat het voorbij is. Wat kan ik er verder over zeggen? Misschien heb ik het over mezelf afgeroepen.”
‘Ajax-cultuur is koud”
“De cultuur van Ajax is koud en ordelijk positievoetbal, het is een religie. Ik heb er teamspirit en een voorliefde voor strijd aan toegevoegd”, vervolgt Farioli. “Bij Nice vroeg ik om een technische middenvelder, een mix tussen een nummer 8 en een nummer 10, en de journalisten lachten om mijn hyper-aanvallende neigingen. Bij Ajax stelde ik een paar spelers voor die de druk aankonden, en ze noemden mij de gebruikelijke defensief ingestelde Italiaan.” Ondanks alles koestert Farioli zeker geen wrok. “Ik begon goed bij Ajax. Ik pas me snel aan een nieuwe omgeving aan en breng enthousiasme. Ik bestudeer de situatie, kom met een plan en pas me makkelijk aan. En ik had al snel een band met de ervaren spelers, zoals Henderson bij Ajax.”
<