Het Nederlands Elftal heeft de oefeninterland tegen Turkije afgesloten met een 1-0 overwinning. De ploeg van Guus Hiddink had in de eerste helft alles uitstekend op orde, maar tien minuten na de rust wist Oranje er toch doorheen te breken. Klaas-Jan Huntelaar zorgde voor de enige treffer van de wedstrijd.
Turkije probeerde om Nederland in de eerste helft direct onder druk te zetten en de manschappen van Hiddink slaagden daar uitstekend in. De ploeg van Bert van Marwijk wist amper kansen te creeëren en was voor rust alleen gevaarlijk via Wesley Sneijder, die een rebound na zijn geblokte vrije trap keihard op de vuisten van Volkan Demirel schoot.
De Turken, die in de Amsterdam ArenA flink werden gesupport door het eigen volk, hadden voor rust de beste kans. Buruk Yilmaz brak door ondanks de aanwezigheid van Heitinga en Van der Wiel, maar Stekelenburg kon met een uitstekende reflex redding brengen. Vlak voor rust viel Joris Mathijsen uit met een op het oog zware blessure. De verdediger van HSV klapte door zijn enkel en moest met een brancard naar het ziekenhuis worden vervoerd.
Vlak na rust was de eerste echte mogelijkheid voor Oranje direct raak. Hedwiges Maduro zette uitstekend druk op de linksback en dat leidde tot balverlies. De middenvelder van Valencia bediende Huntelaar uitstekend en met een bekeken stiftje liet hij Demirel kansloos. Turkije kreeg vervolgens enkele mogelijkheden om te scoren, maar Oranje en Stekelenburg wisten stand te houden.
In de tweede helft mocht Peter Wisgerhof zijn debuut maken in het Nederlands Elftal. Hij kwam na rust in het veld voor de geblesseerde Mathijsen. Ook Royston Drenthe, die maandag alsnog werd opgeroepen, mocht tien minuten zijn debuut maken. Hij verving Rafael van der Vaart, die fungeerde als aanvoerder.
<