Bert van Marwijk kijkt vol bewondering naar het spel van FC Barcelona. De bondscoach van het Nederlands Elftal zegt in een interview met het blad De Voetbaltrainer zelfs dat hij met zijn ploeg graag het spel van de Catalanen wil spelen. “Wij kijken met veel belangstelling naar het positiespel van Barcelona.”
“In de opbouw spelen de twee centrale verdedigers, vaak zijn dat Carlos Puyol en Gerard Piqué/Eric Abidal, ver uit elkaar, waarbij de rechter centrale verdediger nog wat verder naar rechts uitwaaiert dan de linker centrale verdediger dat naar links doet”, legt Van Marwijk uit. “De rechtsback positioneert zich behoorlijk diep en wordt eigenlijk middenvelder. De aanvallende speler aan de rechterflank, bijvoorbeeld Pedro of Lionel Messi, zakt schuin in, richting het middenveld”, doceert hij.
“De rechtsback positioneert zich behoorlijk diep en wordt eigenlijk middenvelder. De aanvallende speler aan de rechterflank, bijvoorbeeld Pedro of Lionel Messi, zakt schuin in, richting het middenveld”, aldus Van Marwijk. “Belangrijk: hij gaat niet schuin naar voren, maar schuin naar achteren, weg van de centrale verdediger. Anders maak je het de tegenpartij te makkelijk. Barcelona speelt geregeld met maar liefst zes man op het middenveld, die voortdurend van positie wisselen en tussen de linies spelen. Dat is niet te verdedigen. Als tegenstander ben je in dat geval voortdurend bezig met de keuzes voor je eigen backs: wat doe je als de buitenspelers van Barcelona naar binnen spelen? Wil je dat de back méégaat?”
“Dat is vaak gevaarlijk als hij dan in het middenveld eindigt. Moet je de buitenspeler overgeven aan een middenvelder? In dat geval moet die laatste zijn eigen man vaak loslaten, die ook weer moet worden overgenomen. Dat zou natuurlijk kunnen gebeuren door de eigen back, maar als er slim wordt gelopen, ontstaat er dan ruimte voor de opkomende back van Barcelona.”
“Het grote verschil met de Nederlandse competitie is dat bij Barcelona iedere speler in staat is een goede inspeelpass te versturen. Zij hebben de techniek,” vervolgt hij. ”Ook bij Oranje besteden we vaak tijd aan de techniek van de passing en de aanname. Over het algemeen zie je bij veel spelers in Nederland dat ze één, twee of drie aannames te veel nodig hebben. Barcelona spant de kroon, maar ook bij Oranje kunnen wij fantastisch passen en aannemen”, besluit Van Marwijk.
<