
Ajax-trainer Erik ten Hag heeft een dubbelgevoel overgehouden aan het treffen met Benfica gisteren. De Amsterdammers kwamen tot twee keer toe op voorsprong maar gaven dit beiden keren weer weg. Hij had dan ook het nodige aan te merken op het spel van zijn ploeg.
“We waren niet zo goed aan de bal vandaag”, begon Ten Hag in gesprek met Ziggo. “Wij kunnen op een hoger niveau spelen. Dan heb je automatisch ook meer controle. Maar als we aan het voetballen waren, werden de kansen ook geweldig uitgespeeld. Dat was de uitvoering van ons plan. Ik heb het over de kansen van Noussair Mazraoui, Edson Álvarez, Ryan Gravenberch. Daarmee hadden we het in het slot kunnen gooien. Álvarez en Gravenberch hadden de 1-3 kunnen maken.”
Ten Hag zal zijn ploeg in het vervolg dan ook duidelijk maken dat zulke kansen op dit niveau altijd een doelpunt moeten opleveren. “Op Europees niveau ga je niet tien kansen bij elkaar spelen. Buiten de goals hebben we vijf honderd procent kansen gehad. Daar moet je meer uithalen.” Toch wilde hij het niet alleen daaraan wijten. Ook de tegengoals werden te makkelijk weggeven. “Als je 1-2 voorstaat, mag je je niet zo makkelijk laten uitcounteren als bij die tweede goal. Dat mag ons niet overkomen. Dan moet je de wedstrijd en de spelsituatie beter lezen.”
Tevreden met het resultaat zijn de Amsterdammers niet, maar de wedstrijd bood volgens Ten Hag wel genoeg reden om te geloven in een goed resultaat in de return. “We hebben laten zien dat we goed tegen ze kunnen spelen als we iets rustiger zijn aan de bal. Dan gaan er ruimtes ontstaan en kunnen we kansen creëren. We hebben ook gezien dat zij in de omschakeling en in spelhervattingen gevaarlijk zijn. Dat zullen we beter moeten doen.”
<