
Voormalig speler John van ’t Schip ziet dat het DNA binnen Ajax steeds meer naar de achtergrond treed. Volgens hem zit er zowel intern als op het veld een structureel probleem.
De Amsterdammers kennen een rampzalig seizoen. Van ’t Schip ziet dat het Ajax-DNA steeds minder een rol van betekenis speelt in de club. “Terwijl dat heeft bewezen succesvol te zijn”, begint de trainer tegenover De Telegraaf. “Te gemakkelijk wordt daar overheen gestapt.” Op het veld ziet Van ’t Schip dat filosofie van de laatste jaren volledig weg is. “Van achteruit onder de druk vandaan voetballen en een meerderheid op het middenveld creëren. Tot voor kort domineerde Ajax onder Erik ten Hag op die manier, maar in één seizoen is van die principes weinig meer over in de Johan Cruijff ArenA. Hoe dat komt? Er is te weinig op gehamerd en er zijn te veel spelers van buiten gehaald zonder Ajax-dna of de Ajax-kwaliteiten.”
Als voorbeeld wijst Van ’t Schip op Calvin Bassey. De verdediger werd voor een flinke som geld naar Amsterdam gehaald, maar komt niet uit de verf. “Hato snapt het. Hij heeft niet anders gedaan en past zich gemakkelijk aan. Bassey heeft het niet in zijn dna zitten, wil misschien lekker meevoetballen, maar beheerst het niet. Daar kan die jongen niets aan doen. Misschien dat hij zich in het zo goed draaiende elftal van afgelopen jaren staande had weten te houden, maar niet in dit team. Bij Ajax lopen er te veel van dit soort jongens rond.”
<