Quilindschy Hartman heeft zich in een korte tijd opgewerkt tot een vaste basisspeler van Feyenoord. Hij laat iedere week zien een meerwaarde te zijn voor de Rotterdammers, en gaat altijd voorop in de strijd.
Dat was ooit wel anders, want hij wilde nog lang bij zijn moeder op schoot blijven zitten, zo laat hij weten tegenover NRC. Hij was eerder een lief jongetje die niet hard was. Hartman: “Op toernooien ging ik, in de onder-10, tussen wedstrijden door bij mijn moeder op schoot zitten. Terwijl de trainer vond dat ik gewoon bij mijn teamgenoten moest zitten. En als iemand mij schopte, zei ik niks. Ik pakte ze niet terug. Ik was een heel lief kind, een moederskindje. Ik moest leren meer voor mezelf op te komen. Tegen die gasten in durven gaan, in te beuken. Rond mijn dertiende begon dat te komen.”
Toch ontwikkelde Hartman zich. “Dat heb ik moeten leren in de opleiding, jeugdtrainers hielpen me daarbij, onder wie Gaston Taument. Als ik naar de speler kijk die ik nu ben, is het misschien wel het tegenovergestelde van in mijn jeugd. In wedstrijden ben ik een ander persoon. Buiten het veld lach ik vaak, ben ik gezellig, zachtaardig. Op het veld kan ik hard zijn”, besluit de verdediger.
<